Wie houdt er toezicht op niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen?

Laatste geüpdatet op 17 januari 2025.

Niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen vallen onder specifieke toezichtstructuren. Dit toezicht zorgt voor transparantie, bescherming van beleggers en handhaving van regelgeving. In dit artikel lees je welke instanties toezicht uitoefenen, wanneer fondsen onder wettelijk toezicht staan en hoe het toezicht werkt als een fonds niet onder de standaard regelgeving valt.

Let op: deze informatie is geen vervanging voor professioneel advies. Raadpleeg altijd een financieel expert.

Toezichthouders in Nederland

In Nederland spelen twee belangrijke instanties een rol:

  • Autoriteit Financiële Markten (AFM): De AFM ziet erop toe dat financiële instellingen zich aan de regels houden. Zij controleren of niet-beursgenoteerde fondsen heldere informatie bieden en de belangen van beleggers beschermen. De AFM houdt bijvoorbeeld in de gaten of het prospectus volledig en begrijpelijk is opgesteld en of de beleggingsstrategie realistisch wordt gepresenteerd.
  • De Nederlandsche Bank (DNB): De DNB richt zich vooral op de financiële stabiliteit van de instellingen. Bij niet-beursgenoteerde fondsen controleert DNB de risico’s die deze fondsen met zich meebrengen voor de bredere financiële markt. DNB kan ingrijpen als zij signaleren dat de risico’s te groot worden of dat de financiële positie van de instelling in gevaar komt.

Wanneer staan beleggingsfondsen onder wettelijk toezicht?

Niet alle beleggingsfondsen vallen automatisch onder dezelfde wettelijke toezichtsstructuren. Over het algemeen geldt dat:

  • Fondsen die actief vermogensbeheer aanbieden voor het algemene publiek en die worden gepresenteerd als een beleggingsproduct, onderworpen zijn aan strengere regelgeving. Deze fondsen moeten voldoen aan verplichtingen op het gebied van informatieverstrekking, rapportage en vaak ook het instellen van een raad van toezicht.
  • Fondsstructuren die beperkt zijn tot een selecte groep professionele beleggers of institutionele investeerders kunnen onder een lichtere regulering vallen. Vaak zijn deze fondsen niet verplicht om een raad van toezicht in te stellen. In dat geval is het extra belangrijk dat jij als belegger zelf gedegen due diligence uitvoert.

Hoe werkt het toezicht?

Voor fondsen die onder wettelijk toezicht staan, zijn er een aantal standaardvereisten:

  • Regelmatige rapportages en audits: Wettelijk toezicht verplicht fondsen om periodiek financiële en operationele rapportages te publiceren. Deze rapportages helpen toezichthouders om vroegtijdig eventuele misstanden of risico’s op te sporen.
  • Instelling van een raad van toezicht: Voor veel fondsen, zeker wanneer zij fondsen aanbieden aan het brede publiek, is het verplicht om een onafhankelijke raad van toezicht te hebben. Deze raad houdt de werking en het beleid van het fonds kritisch in de gaten en draagt bij aan de transparantie en integriteit van de organisatie.
  • Externe controles: Naast interne controles zijn er vaak externe accountants of controleorganisaties die de jaarrekening en de werking van het fonds nagaan.

Wat gebeurt er bij fondsen die niet onder wettelijk toezicht staan?

Er bestaan structuren waarbij beleggingsfondsen niet verplicht zijn om aan de volledige set van wettelijke eisen te voldoen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer:

  • Het fonds een beperkte doelgroep heeft: Als het fonds uitsluitend gericht is op professionele of institutionele beleggers, kan het zijn dat de reguliere verplichtingen, zoals het instellen van een raad van toezicht, niet gelden.
  • Er voor gekozen is een alternatieve structuur: Sommige fondsen kiezen voor een minder gereguleerde constructie. In dat geval moeten zij niet per se voldoen aan alle rapportage- en controlevereisten die gelden voor fondsen die wel onder streng toezicht staan.

Ongeacht regulering die op een fonds van toepassing is, is het uiterst belangrijk dat je als belegger zeer zorgvuldig te werk gaat. Voer een grondige due diligence uit en vraag om alle relevante informatie, zodat je een compleet beeld hebt van de werking en risico’s van het fonds.

Wat betekent dit voor jou als belegger?

  • Transparantie: Kijk altijd of het fonds gedetailleerde en begrijpelijke informatie verstrekt. Controleer of er een prospectus, jaarverslagen en andere documentatie beschikbaar zijn die inzicht geven in de beleggingsstrategie en de risico’s.
  • Verificatie via officiële kanalen: Bezoek de websites van de AFM en DNB om te controleren of het fonds geregistreerd is en aan de gestelde eisen voldoet. Voor fondsen die niet onder de standaard regelgeving vallen, is het extra belangrijk te weten welke informatie wel of niet wordt verstrekt.
  • Let op aanvullende waarborgen: Vraag door bij onduidelijkheden. Als een fonds niet verplicht is om een raad van toezicht in te stellen, moet je extra alert zijn op de kwaliteit van het bestuur en het managementteam.

Conclusie

Toezicht op niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen kent meerdere lagen. Fondsen die een breed publiek bedienen, moeten voldoen aan strikte wettelijke eisen zoals regelmatige rapportages en het instellen van een onafhankelijke raad van toezicht. Voor fondsen die een beperkte doelgroep bedienen of kiezen voor een minder gereguleerde structuur, ligt er meer verantwoordelijkheid bij jou als belegger om goed te onderzoeken of de aangeboden informatie betrouwbaar en volledig is. Gebruik deze kennis als onderdeel van jouw bredere due diligence en overleg altijd met een expert.